News

Kringloopwinkels spelen een belangrijke rol in de circulaire economie. Ze dragen bij aan het verlengen van de levensduur van producten en bieden werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op de verkoop van tweedehands goederen wordt doorgaans de margeregeling toegepast.

Op 11 maart 2025 heeft de Raad het pakket “VAT in the Digital Age” (ViDA) aangenomen. Eén van de onderdelen van dit pakket is de invoering van de platformfictie voor kortetermijnverhuur van accommodatie en passagiersvervoer over de weg per 1 juli 2028. 

Hof ’s-Hertogenbosch heeft recent geoordeeld over de vraag of de verhuur van een werkkamer in een woning aan de vennootschap van de bewoner belast is met btw. Belanghebbende stelde dat sprake was van belaste verhuur en daarom recht bestond op aftrek van voorbelasting, maar de Belastingdienst weigerde de aftrek omdat de ruimte niet uitsluitend zakelijk werd gebruikt.

De handelingen betreffende deviezen, bankbiljetten en munten die in enig land wettige betaalmiddelen zijn, zijn btw-vrijgesteld. Ook bemiddeling met betrekking tot de betaalmiddelen is vrijgesteld van btw. Uit het klassieke arrest Hedqvist van het Hof van Justitie van de EU uit 2015 blijkt dat het wisselen van virtuele valuta zoals bitcoin, die gebruikers kunnen kopen en verkopen op basis van een wisselkoers, ook onder de vrijstelling vallen.

In de Europese btw worden prestaties onderscheiden in de leveringen van goederen enerzijds en het verrichten van diensten anderzijds. Dit onderscheid is onder meer van belang voor de regels die bepalen welk land bevoegd is om btw te heffen, de tarieven, vrijstellingen en bijzondere regelingen.

Het isoleren, schilderen, stukadoren, behangen en schoonmaken van woningen die ouder zijn dan twee jaar is belast met 9% btw. Vóór 1 juli 2025 mocht in Nederland bij gemengde panden die voor meer dan 50% voor particuliere bewoning werd gebruikt, het 9% op de werkzaamheden aan het hele pand worden toegepast. Per 1 juli 2025 heeft Nederland het beleid aangescherpt, waardoor dit 9%-tarief alleen nog mag worden toegepast op het woongedeelte.

Op Prinsjesdag 2025 zijn de fiscale plannen van het demissionaire kabinet-Schoof gepresenteerd. Deze fiscale plannen staan in het wetgevingspakket Belastingplan 2026. De oogst aan btw- en overdrachtsbelastingplannen is dit jaar schraal. In het omvangrijke pakket Belastingplan 2026 is slechts één inhoudelijke btw-maatregel te vinden. In dit nieuwsbericht gaan wij op maatregel in.  

In een recente uitspraak oordeelt Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat een belastingplichtige gerechtvaardigd mocht vertrouwen op het short-stayverhuurbeleid van de staatssecretaris, zelfs als dat besluit mogelijk in strijd is met een richtlijnconforme uitleg van de wet. Dit oordeel leidde tot een verrassende uitkomst in de zaak. 

Aan de Hoge Raad is de vraag voorgelegd of een met klinkers bestraat parkeerterrein voor de btw aan te merken is als bebouwde of onbebouwde grond. Het gaat in deze procedure om een parkeerterrein dat al jaren als zodanig in gebruik is en bestemd is om te worden bebouwd met zes nieuwe woningen. Het perceel is om die kadastraal gesplitst in zes kavels. De verwijdering van de bestrating en de bouw van de nieuwe woning heeft na de eigendomsoverdracht in opdracht van de particuliere kopers plaatsgevonden. 

Vanaf 2027 zal de salderingsregeling, waarbij teruggeleverde zonnestroom volledig mag worden weggestreept tegen afgenomen stroom, worden stopgezet. Het financiële voordeel dat op dit moment bij zonnepaneelhouders bestaat zal daardoor afnemen. In de thuisbatterij wordt de oplossing gevonden. Onder bepaalde voorwaarden kan de btw op de aanschaf en installatie van de thuisbatterij worden teruggevraagd.

De toepassing van het verlaagde btw-tarief voor de levering van kunstvoorwerpen en de optionele margeregeling voor de wederverkoop van kunstvoorwerpen vereist dat het kunstvoorwerp geleverd is door de maker. Wanneer de maker het kunstvoorwerp verkoopt via een rechtspersoon of een personenvennootschap rijst de vraag of die vennootschap voor de btw beschouwd kan worden als de maker en, zo ja, wanneer. 

Het arrest van het Hof van Justitie van de EU in de zaak Gemeente Borsele uit 2016 heeft impact gehad op de btw-posities van gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen. Centraal in de zaak stond de vraag of de gemeente Borsele btw mocht aftrekken op de kosten voor leerlingenvervoer, waarvoor ouders een geringe eigen bijdrage betaalden.

Niet-ondernemers hebben in beginsel niet te maken met het aangeven van verschuldigde btw: wegens het ontbreken van economische prestaties (belastbare omzet) is er geen btw-plicht. 

Een dorpshuis biedt onderdak aan verenigingen, organiseert activiteiten en fungeert als ontmoetingsplek voor inwoners. Ondanks het maatschappelijke karakter kan een dorpshuis te maken krijgen met een btw-plicht. Dit is afhankelijk van de aard en omvang van de diensten die worden aangeboden. Wanneer het dorpshuis bijvoorbeeld ruimtes verhuurt, consumpties verkoopt of andere commerciële activiteiten verricht, kan dit leiden tot btw-belaste  prestaties.

Een in Nederland gevestigde ondernemer die bijvoorbeeld via zijn webshop aan consumenten in andere EU-lidstaten goederen of – kort gezegd – digitale diensten verkoopt, moet over deze prestaties in principe buitenlandse btw berekenen.