21-05-2025

Verruiming termijn ambtshalve teruggaaf bij overschrijding drempel afstandsverkopen en digitale diensten

Een in Nederland gevestigde ondernemer die bijvoorbeeld via zijn webshop aan consumenten in andere EU-lidstaten goederen of – kort gezegd – digitale diensten verkoopt, moet over deze prestaties in principe buitenlandse btw berekenen. Voor deze grensoverschrijdende prestaties geldt sinds 1 juli 2021 een drempelbedrag van € 10.000 per kalenderjaar. Vóór 1 juli 2021 golden voor de zogenoemde afstandsverkopen van goederen andere, veelal hogere drempelbedragen die van lidstaat tot lidstaat verschilden. Het doel van het drempelbedrag is het voorkomen van buitenlandse registratie- en aangifteverplichtingen voor ondernemers die maar in beperkte mate grensoverschrijdende transacties aan consumenten in andere lidstaten verrichten.

 

Overschrijding drempelbedrag

 

Op grond van het drempelbedrag voor afstandsverkopen en digitale diensten mag een ondernemer die alleen in Nederland is gevestigd Nederlandse btw berekenen over zijn verkopen aan buitenlandse consumenten zolang hij dit drempelbedrag in het lopende kalenderjaar niet overschrijdt en hij het drempelbedrag ook in het voorafgaande kalenderjaar niet heeft overschreden. Overschrijdt de ondernemer lopende een kalenderjaar het drempelbedrag, dan moet hij vanaf de transactie waardoor het drempelbedrag wordt overschreden buitenlandse btw berekenen.

 

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een ondernemer de overschrijding van het drempelbedrag te laat ontdekt en daardoor ten onrechte 21% of 9% Nederlandse btw heeft berekend over de grensoverschrijdende afstandsverkopen en/of digitale diensten vanaf de overschrijding van het drempelbedrag. In dat geval is hij verplicht om zich voor de btw te registreren in de EU-lidstaat of EU-lidstaten waar hij btw verschuldigd is en deze btw alsnog te voldoen. Daarnaast komt het voor dat de buitenlandse fiscus de overschrijding van het drempelbedrag constateert en de ondernemer een naheffingsaanslag oplegt. Vanwege het niet aangeven en niet tijdig betalen van de btw kan de ondernemer ook geconfronteerd worden met boeten en rente.

 

Verschil in naheffingstermijnen

 

De ondernemer mag de ten onrechte betaalde Nederlandse btw terugvragen. Aan het verzoek om een ambtshalve teruggaaf is echter een termijn verbonden van vijf jaar. Een verzoek om ambtshalve teruggaaf kan hooguit betrekking hebben op de periode tot en met de vijf kalenderjaren die voorafgaan aan het jaar waarin het verzoek om teruggaaf is ingediend. De inspecteur die in 2025 een verzoek om teruggaaf ontvangt van ten onrechte voldane Nederlandse btw over de afstandsverkopen en/of digitale diensten, mag daarom op grond van het beleid alleen de btw die betrekking heeft op de periode vanaf 1 januari 2020 ambtshalve teruggeven.

 

Die vijfjaarstermijn voor ambtshalve btw-teruggaven is ontleend aan de naheffingstermijn die in Nederland geldt. De naheffingstermijn voor de btw is echter niet in alle EU-lidstaten gelijk. Er zijn lidstaten die een langere naheffingstermijn hanteren dan Nederland, bijvoorbeeld zeven jaar. Dit verschil in termijnen leidt tot dubbele btw-heffing voor die jaren waarin een Nederlandse ondernemer wel buitenlandse btw moet betalen over zijn afstandsverkopen en/of digitale diensten, maar de voldane Nederlandse btw over deze verkopen niet terug kan krijgen van de inspecteur.

 

Tegemoetkoming

 

In het recent geactualiseerde ‘besluit administratieve verplichtingen omzetbelasting’ is voor dit risico op dubbele btw-heffing een tegemoetkoming getroffen. Deze tegemoetkoming houdt in dat bij overschrijding van het drempelbedrag voor de zogenoemde afstandsverkopen en de digitale diensten de ten onrechte voldane btw door de inspecteur mag worden teruggeven over de gehele periode waarop de opgelegde naheffingsaanslag van de buitenlandse fiscus ziet.

 

Deze verruiming geldt vanaf de inwerkingtreding van het besluit, op 9 mei jl. Naar onze mening is het onder omstandigheden mogelijk om ook indien reeds een btw-teruggaaf is verleend een beroep te doen op deze tegemoetkoming, mits de buitenlandse naheffingstermijn nog niet is verstreken. Stel dat een Nederlandse ondernemer begin 2025 een naheffingsaanslag heeft gekregen van een buitenlandse belastingdienst voor de btw over de afstandsverkopen en/of digitale diensten in de periode van 2018 tot en met 2024. Hij heeft in 2025 op verzoek de ten onrechte voldane Nederlandse btw over de periode vanaf 1 januari 2020 van de inspecteur teruggekregen. Naar onze mening kan de ondernemer met een beroep op het nieuwe beleid in 2025 alsnog de Nederlandse btw terugkrijgen die in de jaren 2018 en 2019 heeft voldaan. Ten tijde van het indienen van dit nieuwe verzoek om ambtshalve teruggaaf is de naheffingstermijn van zeven jaar namelijk nog niet verstreken.

 

Hebt u of heeft uw cliënt een overschrijding van het drempelbedrag gemist? Wij helpen u graag om te voldoen aan uw btw-verplichtingen in het buitenland en het terugvragen van de btw die in Nederland ten onrechte is betaald! Neem hiervoor contact op met onze btw-specialisten via het telefoonnummer 078 – 622 54 52 of het e-mailadres info@btwinstituut.nl.

Share this article:

Overview

This website uses cookies

We use cookies to improve your experience. Read more

Close