30-01-2025

Klassieker: De scheiding tussen medische en cosmetische handelingen in het PFC Clinic-arrest

Een behandeling of ingreep die enkel voor cosmetische doeleinden wordt verricht valt niet  onder de medische vrijstelling. Alleen handelingen met een medische noodzaak kunnen vrijgesteld plaatsvinden. Over wanneer een behandeling enkel cosmetisch of medisch noodzakelijk is, bestond in de praktijk onduidelijkheid. Uit het in 2013 gewezen PFC Clinic-arrest is af te leiden dat het doel van de ingreep of behandeling van belang is en hoe dit doel moet worden vastgesteld.

Arrest van het Hof van Justitie

Het Zweedse bedrijf PFC Clinic AB verrichtte cosmetische ingrepen zoals facelifts, borstlifts en oog-, oor- en neusoperaties. Daarnaast werden er ook cosmetische behandelingen, zoals permanente ontharing en botox- en fillerbehandelingen, verricht. In het kader van een geding tussen de Zweedse fiscus en PFC Clinic AB over de btw-behandeling van de ingrepen en behandelingen werd aan het Hof van Justitie van de EU een prejudiciële vraag voorgelegd. De verwijzende rechter wilde antwoord op de vraag of de medische vrijstelling in de Btw-richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat zij ook van toepassing is op de hiervoor genoemde prestaties en of een preventief of therapeutisch doel van de prestatie van invloed is op de beoordeling.

In zijn arrest geeft het Hof aan dat cosmetische ingrepen en behandelingen die de diagnose, de behandeling en de genezing van ziekten of gezondheidsproblemen tot doel hebben onder ‘medische verzorging’ kunnen worden geschaard. Wanneer een ingreep of behandeling zuiver cosmetisch is, is er geen sprake van medische verzorging. De ingreep of behandeling moet namelijk een therapeutisch doel hebben. Bij de beoordeling van het doel van een bepaalde ingreep of behandeling mag geen rekening worden gehouden met de subjectieve opvatting van de patiënt. Een medische beoordeling door daartoe gekwalificeerd personeel is wel relevant voor de beoordeling of er sprake is van een therapeutisch doel.

Praktijkbelang

Als gevolg van het PFC Clinic-arrest is in 2013 in het besluit over de medische vrijstelling opgenomen dat het aan de medische beroepsbeoefenaar is om te beoordelen of een medische handeling een therapeutisch doel dient en dat de Belastingdienst slechts marginaal mag toetsen of een beroepsbeoefenaar de vrijstelling juist toepast bij cosmetische ingrepen. De inspecteur kan geen inhoudelijk oordeel op medisch vlak geven en kan in beginsel ook geen inzage vragen in het medische dossier. Dit beleid houdt in dat de belastinginspecteur niet in de medische dossiers van een cosmetisch arts mag kijken vanwege het beroepsgeheim. Dit geeft de arts in de praktijk de mogelijkheid om op dossiers het stempel ‘medisch’ te zetten en daarmee een btw-vrijstelling toe te passen. Deze praktijk wordt door de Belastingdienst als onwenselijk ervaren. Recente rechtspraak stelt grenzen aan de mogelijkheid om cosmetische handelingen voor de btw als medisch te bestempelen.

De Hoge Raad heeft afgelopen jaar namelijk geoordeeld in een zaak over de btw-gevolgen van besnijdenissen door artsen in een kliniek. Deze besnijdenissen vonden plaats met een religieus en/of cultureel motief of om hygiënische redenen. De btw-vrijstelling is niet van toepassing op deze besnijdenissen omdat er geen preventieve werking verbonden is aan de ingreep. Alleen wanneer de ingreep een medische noodzaak heeft, is de vrijstelling van toepassing. Het gezichtspunt van degene die de behandeling ondergaat is niet van belang, maar de medische beoordeling van daartoe gekwalificeerd personeel wel.

De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van Hof Amsterdam, dat in zijn oordeel aangaf dat de kliniek de feiten en omstandigheden dient te stellen, en zo nodig te bewijzen, op grond waarvan aannemelijk kan worden geacht dat haar handelingen vallen onder het bereik van de medische vrijstelling. De kliniek moet dus onderbouwen dat de vrijstelling van toepassing is.

Het voorgaande betekent dat de Belastingdienst verder mag gaan dan slechts marginaal toetsen of de btw-vrijstelling juist wordt toegepast bij cosmetische handelingen. De beoordelingsvrijheid van de behandelend arts wordt hiermee enigszins ingeperkt, met als doel onjuiste toepassing van de medische vrijstelling te voorkomen. Voor artsen en andere medische beroepsbeoefenaren die ingrepen doen die niet per definitie medisch noodzakelijk zijn, is het derhalve van belang om per ingreep vast te leggen of hiervoor een medische noodzaak bestaat en, zo ja, waarom. 

Mocht u vragen hebben over de toepassing van de vrijstelling, neem dan contact op met onze btw-specialisten op het telefoonnummer 078 – 622 54 52 of het e-mailadres info@btwinstituut.nl.

Dit artikel delen:

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer

Sluiten