02-11-2023

Hospice: btw-vrijgestelde zorg of btw-belast kortdurend verblijf?

In een hospice worden terminaal zieke mensen met een levensverwachting van maximaal drie maanden opgevangen en verzorgd tot aan het moment van overlijden. Het verzorgen en verplegen van een in een inrichting opgenomen personen en de daarmee nauw samenhangende handelingen zijn vrijgesteld van btw. De vraag of de dienstverlening van een hospice ook onder deze bepaling kan worden geschaard blijkt niet geheel eenduidig te beantwoorden.

De reikwijdte van de vrijstelling voor intramurale zorg is uitgewerkt in het beleid. Hieruit wordt duidelijk wat  als nauw samenhangende handelingen moet worden beschouwd. Diensten die op zichzelf bezien btw-belast zijn, delen in de vrijstelling als die diensten een wezenlijk, inherent en onafscheidbaar deel zijn van de door een inrichting verrichte gezondheidskundige behandeling van de mens met een therapeutisch doel. Een dienst is alleen ‘wezenlijk, inherent en onafscheidbaar’ als het een onderdeel is van de gezondheidskundige behandeling waarvan de ene fase niet kan slagen zonder de andere. Hierbij is niet van belang of de diensten worden verricht door een medisch dienstverlener.

Hof Den Haag oordeelde begin vorig jaar over de vraag of een hospice recht had op aftrek van btw op de bouwkosten van het hospice. De exploitant vond dat zij belast presteerde door het tegen vergoeding verstrekken van logies en verteer voor kortdurend verblijf. Als gevolg van de uitzondering op de verhuurvrijstelling in art. 11 lid 1 sub b onderdeel 2 Wet OB zijn de diensten dan belast en is de btw die op de verbouwingskosten drukt aftrekbaar.

Het Hof volgde de redenering van de exploitant niet. De prestatie die het hospice verricht valt volgens het Hof niet onder de tijdelijke verhuur van gastenkamers zoals bedoeld in de uitzondering op de verhuurvrijstelling, omdat het wezenlijke kenmerk van de prestatie niet gelegen is in de verhuur maar in de combinatie met het verzorgen en verplegen van een terminaal ziek persoon. Naar het oordeel van het hof is de btw-vrijstelling voor intramurale zorg van toepassing.

Rechtbank Gelderland heeft eind 2023 het tegenovergestelde beargumenteerd in een vergelijkbare casus bij een ander hospice. De exploitant mocht de voorbelasting op de kosten van de bouw van het hospice in aftrek brengen, omdat er volgens de rechtbank door het hospice geen medische prestaties werden verricht. Dat er een totaalpakket werd aangeboden om te gasten te ontzorgen, betekende niet dat er sprake was van medische verzorging. De medische zorg werd verleend door de eigen huisarts van de gast en door de thuiszorgorganisatie. Doordat de gast zelf verantwoordelijk was voor het afstemmen van deze zorg was de medische vrijstelling niet van toepassing op de prestaties van het hospice aan de gasten.

De exacte feiten van deze twee zaken verschillen, maar de gemene deler in deze zaken is dat beide organisaties in het maatschappelijk verkeer optreden als een low-care hospice. Bij een low-care hospice (of bijna-thuis-huis) wordt de zorg uitbesteed aan thuiszorgorganisaties. Er wordt in dit soort hospices met vrijwilligers gewerkt die geen zorgtaken verrichten, maar alleen als gastheer of gastvrouw optreden. Wij vragen ons dan ook af of het terecht is dat dit soort low-care hospices wordt aangemerkt als zorginstelling als zij zelf geen zorgdiensten verrichten. Er is cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. Het is nu aan de Hoge Raad om de gewenste duidelijkheid te bieden.

Bent u benieuwd wat het voorgaande voor uw hospice of soortgelijke organisatie betekent? Neem gerust contact op met BTW-INSTITUUT. Wij helpen u graag.

Dit artikel delen:

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer

Sluiten