Het 0% btw-tarief en diensten bij uitvoer
Op 17 juni 2021 deed het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) uitspraak in de zaak L.Č. IK (C-275/19), die belangrijke inzichten biedt met betrekking tot toepassen van het 0% btw-tarief bij diensten die verband houden met de uitvoer van goederen. Dit arrest verduidelijkt onder welke omstandigheden het 0% btw-tarief mag worden toegepast en legt de nadruk op wie de afnemer (of opdrachtgever) van de diensten moet zijn.
Feiten en omstandigheden
De zaak draaide om L.Č. IK, een Litouwse onderneming die gespecialiseerd is in transportdiensten. L.Č. IK verleende transport- en logistieke diensten voor goederen die werden geëxporteerd naar bestemmingen buiten de Europese Unie, zoals onder andere het besturen van de voertuigen ( de vrachtwagen chauffeursdiensten), reparaties, bijtanken van brandstof, douaneformaliteiten, het bewaken van de goederen en de aflevering bij een ontvanger. De onderneming paste het 0% btw-tarief toe op deze diensten, aangezien het goederen betrof die de EU verlieten.
In dit specifieke geval had L.Č. IK een overeenkomst gesloten met Atek SIA, een andere Litouwse onderneming, die op eigen naam een opdracht tot vervoer had aangenomen. Deze onderneming besteedde het vervoer uit aan L.Č. IK en trad daarmee feitelijk op als een soort tussenpersoon. De vraag rees of de diensten van L.Č. IK wel in aanmerking kwamen voor het 0% btw-tarief, aangezien de diensten niet rechtstreeks aan de eigenaars of kopers van de goederen werden verleend, maar aan de tussenpersoon.
De Litouwse belastingdienst betwiste de toepassing van het 0% btw-tarief door L.Č. IK. Ze voerde aan dat de diensten van L.Č. IK niet rechtstreeks bijdroegen aan de uitvoer van goederen door de eigenaars of kopers, maar eerder aan de tussenpersoon werden verricht. De diensten staan te ver van de uitvoer af wanneer deze niet direct aan de eigenaars of kopers worden verricht.
Het belang van de afnemer
Het HvJ oordeelde dat het van cruciaal belang is aan wie de diensten worden verleend bij de toepassing van het 0% btw-tarief. Het 0% tarief kan enkel worden toegepast wanneer de diensten rechtstreeks aan de eigenaar of koper van de goederen worden verleend. In het geval van L.Č. IK waren de transportdiensten verleend aan een tussenpersoon, waardoor het nultarief niet van toepassing was.
Het Hof verduidelijkte dat de diensten moeten bijdragen aan de daadwerkelijke uitvoer van de goederen en rechtstreeks moeten worden verleend aan de partij die economisch betrokken is bij de goederen, namelijk de eigenaar of koper. Diensten die aan een derde partij worden verleend, ook al hangen deze diensten samen met de uitvoer, komen niet in aanmerking voor het 0% btw-tarief.
Aandachtspunten voor de toepassing van het 0% btw-tarief
Conclusie
Het HvJ arrest L.Č. IK heeft belangrijke implicaties voor het toepassen van het 0% btw-tarief op diensten met betrekking tot de uitvoer van goederen. Het is van essentieel belang dat de diensten altijd aan de eigenaar of koper van de goederen worden verricht. Door nauwkeurig te werk te gaan en de juiste partijen te identificeren, kunnen mogelijke problemen met de belastingdienst worden voorkomen en kan het 0% btw-tarief op de juiste manier worden toegepast.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer