Inleiding
In een opvallende uitspraak op 2 oktober 2014 heeft het Europese Hof van Justitie (HvJ) duidelijkheid verschaft over de btw-behandeling van goederen die binnen de Europese Unie worden verhandeld. De zaak, bekend als Fonderie C-446/13, draait om de vraag of bewerkingen aan producten in een andere EU-lidstaat voordat deze bij de afnemer worden afgeleverd een andere btw-behandeling vereisen dan wanneer goederen direct naar deze afnemer in een andere lidstaat worden verzonden.
Kern van de zaak
In de zaak Fonderie ging het om metalen onderdelen die vanuit Italië naar Frankrijk werden verzonden. In Frankrijk werden deze onderdelen eerst nog bewerkt en vervolgens aan de eindklant, ook in Frankrijk, geleverd. De cruciale vraag was of deze tussenstap in Frankrijk invloed had op de btw-behandeling.
Het Hof oordeelde dat er een verschil bestaat in de btw-behandeling tussen goederen die eerst nog worden bewerkt in een andere lidstaat en goederen die direct naar de eindafnemer in diezelfde lidstaat worden verzonden. Als de goederen zonder bewerking worden verzonden, verricht de leverancier een intracommunautaire levering waarop het 0%-tarief van toepassing is; de afnemer dient een intracommunautaire verwerving aan te geven.
Wanneer het goed eerst in de EU-lidstaat van de afnemer wordt bewerkt, waarna aflevering plaatsvindt, dan wordt het intracommunautaire vervoer losgekoppeld van de levering. In casu is eerst sprake van het overbrengen van eigen goederen door de leverancier, met als gevolg dat de leverancier in de EU-lidstaat van de bewerking zelf een intracommunautaire verwerving moet aangeven. Daartoe is een lokale registratie benodigd.
De verkoop zelf wordt als binnenlandse levering beschouwd, waarbij het van de lokale regelgeving afhangt of de leverancier btw van die EU-lidstaat in rekening moet brengen óf dat een lokale verleggingsregeling geldt.
Overwegingen van het HvJ
Cruciaal is het contract dat tussen leverancier en afnemer is gesloten. Daarin wordt overeengekomen in welke staat de goederen zich moeten bevinden op het moment dat deze bij de afnemer worden afgeleverd. Deze staat wordt pas bereikt na bewerking, waardoor geldt dat op dat moment moet worden gekeken waar de goederen zich in het kader van de levering bevonden. Aangezien de goederen (in afgewerkte staat) zich reeds in Frankrijk bevonden, is sprake van een binnenlandse levering en niet van een rechtstreekse intracommunautaire levering.
Conclusie
De uitspraak van het Europese Hof in de zaak Fonderie C-446/13 benadrukt het belang van de specifieke btw-regels binnen de EU. Als een product eerst nog in een andere lidstaat wordt bewerkt voordat het bij de eindklant terechtkomt, leidt dit tot een andere btw-behandeling dan wanneer het product direct naar de eindklant wordt verzonden. Leveranciers krijgen dan ook te maken met btw-registratieverplichtingen en men moet per EU-lidstaat nagaan of over de verkoop al dan niet lokale btw in rekening moet worden gebracht.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer