13-03-2025

Btw-heffing over niet-verzilverde waardebonnen veilingsite

Btw-heffing over niet-verzilverde waardebonnen veilingsite
De Hoge Raad heeft op 28 februari 2025 een arrest gewezen over de btw-gevolgen van het niet verzilveren van een winnend bod op een internetveiling voor consumenten. De veilingsite is btw verschuldigd op het moment dat de winnaar betaalt, ongeacht of de winnaar de bon verzilvert.

Casus
Op de veilingsite werden door derde ondernemers reizen, arrangementen en producten aangeboden. De hoogste bieder is de winnaar van de geveilde dienst of het geveilde product en is gehouden daarvoor te betalen. De overeenkomst die tot stand komt tussen de winnaar en de veilingsite kan niet worden geannuleerd of herroepen. Binnen vijf werkdagen moet de winnaar het geboden bedrag vermeerderd met administratiekosten betalen. Na betaling ontvangt de winnaar een digitale bon met een code. Met deze code kan de winnaar de prijs binnen een vooraf vastgestelde periode en op basis van beschikbaarheid verzilveren op de veilingsite. De winnaar kan de bon weggeven of verkopen. Als de winnaar de bon tijdig verzilvert geeft de veilingsite opdracht aan de derde ondernemer om de gewonnen prestatie te verrichten.

De veilingsite veilt de producten en diensten op eigen naam en de derde ondernemer levert namens en op verzoek van de veilingsite aan de winnaar. Tussen de veilingsite en de winnaar wordt overeengekomen dat de veilingsite na verzilvering van de prijs het overeengekomen bedrag aan de derde ondernemer betaalt. De veilingsite doet dit door middel van een maandelijkse ‘selfbilling’ factuur. De btw die de derde ondernemer verschuldigd is wordt ook vermeld op de factuur. In 4 tot 16 procent van de gevallen wordt een prijs niet tijdig verzilverd. De winnaar heeft in dat geval geen recht op terugbetaling en de veilingsite betaalt de derde ondernemer niets.

De veilingsite heeft een vaststellingsovereenkomst voor de periode 2008 tot en met 2012 met de Belastingdienst gesloten waarin is opgenomen dat de niet-verzilverde bonnen een prestatie vormen voor de btw en dat de btw-behandeling van de achterliggende prestatie moet worden gevolgd. Na deze periode werd de overeenkomst stilzwijgend verlengd. De veilingsite heeft over verschillende perioden na 2012 bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte. De veilingsite is van mening dat er geen btw verschuldigd is over de niet-verzilverde bonnen omdat er geen belastbare prestatie is verricht.

Oordeel van het Hof
In 2022 heeft Hof Amsterdam in deze zaak geoordeeld dat de veilingsite gebonden is aan de vaststellingsovereenkomst omdat deze stilzwijgend werd verlengd. Het hof geeft aan dat de commissionairsfictie van toepassing is, wat wil zeggen dat er voor de heffing van btw vanuit wordt uitgegaan dat de veilingsite op eigen naam maar voor rekening van de derde ondernemers de prestatie jegens de winnaar verleent en dat die derde ondernemers worden geacht de prestatie aan de veilingsite te verlenen.

Het standpunt van de veilingsite dat de commissionairsfictie niet ziet op de niet-verzilverde bonnen omdat er geen prestatie wordt verricht, wordt door het hof verworpen omdat dit niet blijkt uit de vaststellingsovereenkomst waarin expliciet staat opgenomen dat de niet-verzilverde bonnen een prestatie vormen voor de btw.

Het hof is ingegaan op de vraag of er sprake is van een belastbare prestatie in het geval dat de bepaling niet was opgenomen in de vaststellingsovereenkomst. Het hof geeft aan dat er op dat moment een rechtsbetrekking tot stand komt tussen de winnaar en de veilingsite en dat de winnaar na betaling de bon moet krijgen waarmee de prestatie kan worden verzilverd. Naar het oordeel van het hof is er sprake van een duidelijk identificeerbare prestatie en dat de bon niet altijd wordt verzilverd doet daar niet aan af. De prestatie wordt verricht op het moment dat de winnaar de bon ontvangt.  

De Hoge Raad
In cassatie overweegt de Hoge Raad dat wanneer een ondernemer met zijn afnemer overeenkomt dat een vergoeding geheel of gedeeltelijk aan de ondernemer moet zijn betaald voordat de ondernemer overgaat tot verrichten van een prestatie, de ondernemer de btw verschuldigd wordt op het tijdstip waarop de vergoeding geheel of gedeeltelijk wordt ontvangen, dus op het moment van vooruitbetaling.

Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat de winnaar het recht verkrijgt om de bon te verzilveren en dat de veilingsite verplicht is de prestatie te verrichten, ongeacht of de winnaar effectief gebruik zal gaan maken van dat recht. Het is alleen de winnaar aan te rekenen dat het niet tot voltooiing van de prestatie is gekomen. Dit betekent dat het bedrag dat de winnaar aan de veilingsite heeft betaald, zonder recht op restitutie, moet worden beschouwd als een vergoeding voor een door haar verrichte handeling die onder bezwarende titel is verricht. De vergoeding is daarom aan btw onderworpen. De uitspraak van het hof blijft in stand.

Opinie
Er is sprake van een bezwarende titel en de winnaar ontvangt het recht op een bepaalde prijs.  Het is derhalve begrijpelijk dat de vergoeding belastbaar is met btw. Het niet verzilveren van de prijs is alleen de winnaar aan te rekenen en deze is akkoord gegaan met het feit dat er geen restitutie plaatsvindt.

Het is opvallend dat de Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van een vooruitbetaling én dat er op het moment van betaling een recht wordt verkregen. Bij een vooruitbetaling wordt de prestatie namelijk pas op een later moment verricht en dat is tegenstrijdig aan het verkrijgen van een recht op het moment van betaling. In beide gevallen zijn de btw-gevolgen echter hetzelfde.

Heeft u vragen over de btw-behandeling van vouchers, waardebonnen en zegels? Neem dan gerust contact op met onze btw-specialisten op het telefoonnummer 078 – 622 54 52 of het e-mailadres info@btwinstituut.nl.

Dit artikel delen:

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer

Sluiten