Actualisering van het besluit btw-onderwijsvrijstelling omzetbelasting

Actualisering van het besluit btw-onderwijsvrijstelling omzetbelasting
In het besluit onderwijsvrijstelling omzetbelasting wordt de reikwijdte van de btw-vrijstelling voor het verzorgen van bepaalde vormen van onderwijs toegelicht. Het vernieuwde besluit, dat in werking is getreden op 12 februari 2025, kent een aantal wijzigingen. In dit artikel zullen we de wijzigingen doorlopen.

Openbaar onderwijs is geen overheidshandelen
Als gevolg van het gemeente Krimpen aan den IJssel-arrest van de Hoge Raad (2020) is het tegen vergoeding verzorgen van onderwijs door openbare onderwijsinstellingen niet aan te merken als het handelen als overheid maar als het handelen als ondernemer, waarop de onderwijsvrijstelling kan worden toegepast. Het arrest is verwerkt in het geactualiseerde besluit en heeft gevolgen voor de (pre) pro rata berekening van openbare onderwijsinstellingen. Het beleid was in de praktijk al bekend, maar ligt nu dus vast in het vernieuwde besluit.

Onderwijsvrijstelling van toepassing op internationale, buitenlandse en ambassadescholen
Bij regulier onderwijs dat wordt verzorgd door internationale, buitenlandse en ambassadescholen heeft de Inspectie van het Onderwijs in veel gevallen geen bevoegdheid tot het houden van toezicht, wat een voorwaarde is voor toepassing van de onderwijsvrijstelling. De staatssecretaris heeft voor dit soort onderwijs een goedkeuring opgenomen in het vernieuwde besluit. Het onderwijs valt toch onder de onderwijsvrijstelling wanneer het onder toezicht staat van een buitenlandse autoriteit of van een erkende internationale accreditatieorganisatie die staat genoemd in bijlage 1 van de Regeling aanwijzing internationale  en buitenlandse scholen.

Het afnemen van examens ter toelating of ter afsluiting van onderwijs
De diensten die vallen onder ‘het afnemen van examens ter toelating of ter afsluiting van onderwijs’ waarop de btw-vrijstelling van toepassing is, zijn nader toegelicht. Onder deze ‘examendiensten’ vallen handelingen die noodzakelijk eigen zijn aan het doen afleggen van examens of het organiseren daarvan (bijvoorbeeld ontwikkelen, opstellen of beoordelen). De ondernemer die de examendienst verricht moet ook zelf kwalificeren als een erkende onderwijsinstelling. Dit volgt uit het ‘Examendienstenarrest’ van de Hoge Raad (2021). Daarnaast geldt als voorwaarde voor de toepassing van de vrijstelling dat het examen ter toelating of ter afsluiting moet zijn van vrijgestelde onderwijs. Uit de erkenning door het CPION of opname in het CRKBO van een ondernemer die het examen afneemt, kan niet het vertrouwen worden ontleend dat dan ook het afnemen van examens door die ondernemer is vrijgesteld van btw.

Elektronisch onderwijs en externe ingeschakelde personen en organisaties
De reikwijdte van het begrip ‘onderwijs’ wordt specifieker omschreven. Er is sprake van onderwijs als een leerkracht aan leerlingen (individueel of in groepsverband) volgens een bepaalde methodiek kennis overdraagt en/of vaardigheden bijbrengt, mits die activiteiten niet een louter recreatief karakter hebben. Het overdragen van kennis en/of het bijbrengen van vaardigheden staat bij de onderwijsprestatie centraal. Het kennisgroepstandpunt waaruit blijkt dat elektronisch, op afstand of online verzorgd onderwijs kan worden beschouwd als het overbrengen van kennis en/of vaardigheden door een leerkracht als een mogelijkheid bestaat tot interactie tussen docent en leerling(en) is opgenomen in dit onderdeel.

Ook de uitspraak van het Hof Den Haag van 9 januari 2015, waaruit volgt dat de prestaties van extern ingeschakelde, op zelfstandige basis werkende, personen of organisaties die activiteiten verzorgen die deel uitmaken van het curriculum van regulier onderwijs ook als vrijgesteld (wettelijk of aan te wijzen) onderwijs kunnen worden aangemerkt, is opgenomen in dit onderdeel. Die prestaties dienen daarvoor behalve organisatorische aspecten ook werkzaamheden in te houden die als het verzorgen van onderwijs kwalificeren.

Gebarentaalonderwijs
Taalonderwijs is als algemeen vormend onderwijs aan te merken als het niet specifiek is gericht op een bepaalde beroepsuitoefening. In dat geval is het onderwijs vrijgesteld van btw. Gebarentaalonderwijs wordt in het vernieuwde besluit ook aangemerkt als een vorm van taalonderwijs.

Scriptiebegeleiding
De staatssecretaris keurt in het vernieuwde besluit goed dat niet-vakinhoudelijke huiswerk- of studiebegeleiding is vrijgesteld van btw-heffing. Scriptiebegeleiding ter zake van een scriptie die wordt geschreven in het kader van btw-vrijgesteld onderwijs is aan te merken als studiebegeleiding zoals bedoeld in de goedkeuring. Tekstservice valt niet onder de vrijstelling. Hoewel het besluit niet naar die uitspraak verwijst, heeft Hof Amsterdam vorig jaar in gelijke zin beslist. Met tekstservice wordt het uitsluitend nakijken en verbeteren van de tekst zelf bedoeld.

Mocht u vragen hebben over de wijzigingen in het besluit, neem dan contact op met onze btw-specialisten op het telefoonnummer 078 – 622 54 52 of het e-mailadres info@btwinstituut.nl.