Om tegemoet te komen aan de administratieve lasten van kleine ondernemers en belastingdiensten kan een kleine ondernemer tot een bepaalde omzetgrens een beroep doen op een btw-vrijstelling en worden ontheven van aangifte-, administratieve- en factureringsverplichtingen. De keerzijde van deze btw-vrijstelling is dat de kleine ondernemer de btw op zijn kosten niet in aftrek mag brengen. Deze vrijstellingsregeling wordt de kleineondernemersregeling (KOR) genoemd. De hoogte van de omzetgrens van de KOR verschilt per EU-lidstaat.
De huidige KOR laat een grensoverschrijdende toepassing niet toe. Een in Nederland gevestigde btw-ondernemer kan voor zijn verkopen in Duitsland dus geen beroep doen op de Duitse KOR. Dit betekent dat kleine ondernemers voor hun grensoverschrijdende verkopen in beginsel lokale btw moeten aangeven en betalen via een btw-aangifte in de betreffende EU-lidstaat of in de lidstaat van vestiging via de One Stop Shop(OSS)-aangifte.
Vanaf 1 januari 2025 gaat dit veranderen door de inwerkingtreding van de Europese KOR. De Europese KOR maakt het mogelijk dat kleine ondernemers in Nederland gebruikmaken van de KOR in andere EU-lidstaten en dat in andere EU-lidstaten gevestigde kleine ondernemers gebruikmaken van de Nederlandse KOR. In dit nieuwsbericht gaan wij in op de voorwaarden voor het toepassen van de Nederlandse KOR en de toepassing van de KOR in andere EU-lidstaten door Nederlandse kleine ondernemers.
Voorwaarden Nederlandse KOR
Een kleine ondernemer mag – het is een keuze – de Nederlandse KOR toepassen indien hij:
Tot 1 januari 2025 mocht de Nederlandse KOR ook worden toegepast door buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting in Nederland. Vanaf volgend jaar is dat niet meer mogelijk. Buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting moeten zich daarom uiterlijk 3 december a.s. afmelden voor de Nederlandse KOR. Ondernemers die in een andere EU-lidstaat zijn gevestigd kunnen mogelijk wel via de Europese KOR een beroep doen op de Nederlandse KOR, maar die aanmelding gaat via de belastingdienst in de lidstaat van vestiging.
Voor de Nederlandse omzetgrens tellen niet alleen de in Nederland verrichte btw-belaste verkopen mee (21%, 9% en 0%), maar ook de omzet van btw-vrijgestelde vastgoedtransacties en financiële en verzekeringstransacties. De vergoeding voor de levering van in het bedrijf gebruikte bedrijfsmiddelen, zoals een bedrijfspand, kantoormeubilair of een zakelijke auto, telt niet mee voor de omzetgrens.
De kleine ondernemer heeft zich tijdig aangemeld indien hij zich vier weken voorafgaand aan het tijdvak waarin hij de KOR wil toepassen heeft aangemeld bij de Belastingdienst via Mijn Belastingdienst Zakelijk. Een kleine ondernemer die vanaf 1 januari 2025 de Nederlandse KOR wil toepassen, moet zich dus uiterlijk 3 december a.s. aanmelden. Wanneer aannemelijk is dat niet aan de voorwaarden voor de KOR is voldaan, wijst de inspecteur het verzoek om toepassing van de KOR af. Dit doet hij door middel van een beschikking waartegen bezwaar en beroep mogelijk is.
Tot 1 januari 2025 kan een ondernemer die de KOR heeft beëindigd of die de omzetgrens heeft overschreden zich pas na drie jaar weer opnieuw aanmelden voor de KOR. Vanaf volgend jaar wordt die termijn verkort tot het jaar waarin de KOR is beëindigd en het daaropvolgende kalenderjaar.
Let op: het toepassen van de Nederlandse KOR betekent niet alleen dat over de verkopen geen btw verschuldigd is, maar ook dat de btw op de kosten niet aftrekbaar is. Wanneer de kleine ondernemer in het verleden btw-aftrek heeft genoten ter zake van de onroerende zaken of roerende investeringsgoederen (auto of apparatuur bijv.) en de herzieningstermijn is nog niet verstreken, dan kan het toepassen van de KOR leiden tot een herzieningscorrectie! Daarnaast is het van belang om erop te wijzen dat de KOR alleen geldt voor de prestaties van de kleine ondernemer zelf. De kleine ondernemer kan bij aankopen vanuit het buitenland dus nog steeds verlegde of verwervings-btw verschuldigd zijn met de aangifte- en administratieve verplichtingen vandien.
Voorwaarden Europese KOR
Een in Nederland gevestigde ondernemer heeft op grond van de Europese KOR de mogelijkheid – het is een keuze – om in één of meer andere EU-lidstaten de aldaar geldende KOR toe te passen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De Nederlandse kleine ondernemer dient de kennisgeving in bij de Nederlandse Belastingdienst. In de kennisgeving verstrekt hij de gegevens over zichzelf (naam, activiteit, rechtsvorm en adres), geeft hij aan in welke EU-lidstaat of EU-lidstaten hij de KOR wil toepassen en geeft hij de omzet weer in de EU in het lopende en daaraan voorafgaande kalenderjaar (in sommige EU-lidstaten: de twee voorafgaande kalenderjaren). De Belastingdienst toetst binnen 15 werkdagen of aan de Unie-omzetgrens is voldaan. Zo ja, dan stuurt de Belastingdienst de kennisgeving door naar de belastingdienst(en) in de EU-lidstaat/EU-lidstaten waarop de kennisgeving betrekking heeft. De buitenlandse belastingdienst toetst vervolgens binnen 15 werkdagen of aan de nationale omzetgrens is voldaan. Zo ja, dan verstrekt de Nederlandse Belastingdienst vervolgens een individueel nummer aan de kleine ondernemer met het achtervoegsel “EX”. Vanaf de verstrekking van dit nummer, die uiterlijk binnen 35 werkdagen na de kennisgeving moet plaatsvinden, mag de kleine ondernemer de KOR toepassen in de betreffende EU-lidstaat of EU-lidstaten. Wil de ondernemer de KOR in meer EU-lidstaten toepassen of wil/moet hij de KOR in één of meerdere andere EU-lidstaten beëindigen, dan dient hij een actualisering van de kennisgeving in. Voor deze actualisering gelden dezelfde regels als voor de kennisgeving zelf.
Nadat het individuele nummer is verstrekt of bevestigd, is de kleine ondernemer over de verkopen in de betreffende EU-lidstaat of EU-lidstaten geen btw verschuldigd. Keerzijde is dat de kleine ondernemer ook geen recht heeft op aftrek van de btw op de hieraan toerekenbare kosten. Dit geldt niet alleen voor de btw op de directe (inkoop)kosten, maar ook voor het deel van de btw op de algemene kosten dat hieraan toerekenbaar is. Het toepassen van de Europese KOR kan dus in Nederland leiden tot een btw-aftrekbeperking voor de algemene kosten.
Het toepassen van de Europese KOR betekent dat in de betreffende lidstaat geen aangifte hoeft te worden ingediend voor de btw-vrijgestelde verkopen, maar de kleine ondernemer heeft wel de plicht om binnen een maand na afloop van ieder kwartaal een opgaaf van de kwartaalomzet in te dienen, gespecificeerd per lidstaat. Overschrijdt de kleine ondernemer de Unie-omzetgrens dan moet hij dit binnen 15 werkdagen melden bij de Nederlandse Belastingdienst.
Let op: het is mogelijk dat de kleine ondernemer de Europese KOR toepast in één of meer EU-lidstaten en in andere EU-lidstaten de verschuldigde btw aangeeft via de OSS. In dat geval telt de OSS-omzet wel mee voor de Unie-omzetgrens, maar de btw-vrijgestelde verkopen op grond van de Europese KOR vallen niet onder de OSS. Een kleine ondernemer die de invoerregeling toepast (invoer btw-vrijgesteld, levering na invoer btw-belast), mag de Europese KOR niet toepassen.
Meer weten?
Wilt u weten of het voor u mogelijk en gunstig is om de Nederlandse en/of Europese KOR toe te passen? Wij helpen u graag verder. Neem contact met ons op via het telefoonnummer 078 – 622 54 52 of info@btwinstituut.nl.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer