Op 15 december 2021 hebben fractievoorzitters Rutte (VVD), Kaag (D66), Hoekstra (CDA) en Segers (CU) het coalitieakkoord “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst“ gepresenteerd. In dit akkoord is opgenomen dat onderzocht wordt of op termijn het btw-tarief voor groente en fruit verlaagd kan worden van 9% naar 0%. Lange tijd was het toepassen van een nultarief op groente en fruit niet mogelijk op grond van het Europese recht. Een verlaging van het btw-tarief tot 5% was het maximaal haalbare, maar de invoering van een nieuw 5%-tarief was voor de fiscus ICT-technisch niet op korte termijn te realiseren. Echter, op 7 december 2021 is door de lidstaten een akkoord bereikt om lidstaten op het terrein van de btw-tarieven meer vrijheid te geven. Dit akkoord, dat lidstaten onder meer de mogelijkheid biedt om een nultarief in te voeren op (bepaalde) levensmiddelen, is op 5 april 2022 officieel bekrachtigd en een dag later in werking getreden. Het Europese recht vormt dus geen beletsel meer voor het invoeren van een nultarief op groente en fruit in Nederland.
Het kabinet is inmiddels druk bezig met het onderzoek naar de invoering van het nultarief op groente en fruit. De regering heeft de Tweede Kamer toegezegd zich tot het uiterste in te spannen om het nultarief voor groente en fruit nog tijdens de lopende kabinetsperiode in te voeren en de Kamer voor aankomende zomer te informeren over een plan van aanpak, inclusief een onderzoek naar de afwegingen en keuzes op het gebied van uitvoering die daarbij horen. Dat het nultarief niet direct kan worden ingevoerd, houdt verband met de lastige afbakening van groente en fruit. Nu is het zo dat de verkoop van eten en drinken, met uitzondering van alcoholische dranken, belast is tegen het verlaagde btw-tarief van 9%. De invoering van een nultarief voor groente en fruit betekent dat deze categorie ‘eet- en drinkwaren’ afgebakend moet worden. Maar hoe? Moeten alleen onbewerkte groente en fruit belast worden tegen het nultarief? Of gaat het nultarief ook gelden voor (bepaalde) bewerkte groente en fruit, zoals gedroogde peulvruchten, een blikje tomatenpuree, gesneden groente en fruit en een fles vers vruchtensap? En gaat het nultarief ook (deels) gelden voor verspakketten of salades die naast groente en/of fruit ook andere producten bevatten, zoals vlees, vis, kruiden, noten en/of saus? Het zijn slechts een paar voorbeelden die laten zien dat de invoering van een nultarief voor groente en fruit onvermijdelijk leidt tot afbakeningsvragen en -geschillen. De afbakeningsvrijheid van Nederland is namelijk niet onbegrensd. Op grond van het Europese recht moeten soortgelijke producten dezelfde btw-behandeling krijgen.
De vraag of de invoering van het nultarief voor groente en fruit een wenselijke maatregel is, lijkt inmiddels een gepasseerd station. Toch zou het naar mijn mening goed zijn als de regering en de Tweede Kamer niet aan die vraag voorbijgaan. Want waar hebben we het nu eigenlijk over? Stel dat een huishouden per week voor € 40 aan groente en fruit koopt. Dan drukt op die boodschappen nu € 3,30 btw (9/109 x € 40). Bij de verlaging van het btw-tarief van 9% naar 0% heeft deze consument dus maximaal € 3,30 per week meer te besteden. Als het nultarief voor groente en fruit bedoeld is om de koopkracht van consumenten (met een smalle beurs) te versterken, dan zet deze maatregel dus niet echt zoden aan de dijk. Bovendien, een btw-verlaging van 9% naar 0% op groente en fruit leidt slechts tot lagere prijzen als én in zoverre de ondernemer de btw-verlaging doorberekent aan de consument. Doet hij dit niet of niet volledig, dan leidt de btw-verlaging slechts tot een hogere winstmarge en dus tot een subsidiëring van de ondernemer. Uit onderzoek blijkt dat het prijsverlagende effect van een btw-verlaging veelal beperkt (en soms zelfs nihil) is. Zo wordt in een Working Paper van het IMF uit 2015 met enige voorzichtigheid geconcludeerd dat bij een tariefsverlaging gemiddeld genomen ongeveer 30% van het btw-voordeel terechtkomt bij de consument. Dat betekent dat van het maximale btw-voordeel in voormeld voorbeeld van € 3,30 vermoedelijk slechts een fractie terechtkomt bij de consument. En dat is nog niet alles. Stel dat de invoering van het nultarief op groente en fruit leidt tot een prijsverlaging, gaan consumenten het bespaarde bedrag dan volledig aanwenden om gezonder te leven (lees: meer groente en fruit kopen)? Het antwoord is nee. Voor groente en fruit ligt de prijselasticiteit volgens het Voedingscentrum en Raboresearch rond de 0.5. Dit betekent dat bij een verlaging van de prijs van groente en fruit met 10%, de vraag naar groente en fruit met 5% toeneemt. Dus zelfs als de btw-verlaging voor groente en fruit volledig ten goede komt aan de consument, hetgeen zoals gezegd niet aannemelijk is, dan wordt hooguit de helft van dit voordeel door de consumenten gebruikt om meer groente en fruit te kopen. In ons voorbeeld dus circa € 1,65. Ook het argument dat vooral de huishoudens met lage inkomens gebaat zouden zijn bij een btw-verlaging overtuigt niet. Als de btw-verlaging al leidt tot een prijsverlaging, dan zijn het de huishoudens met de hoge(re) inkomens die hiervan het meeste profiteren. Simpelweg omdat zij relatief meer uitgeven aan groente en fruit. En dan heb ik het nog eens niet gehad over de administratieve rompslomp voor ondernemers, de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst en de kosten van afbakeningsgeschillen voor de rechterlijke macht, de Belastingdienst en ondernemers die de btw-verlaging voor groente en fruit tot gevolg heeft. De regering en de leden van de Tweede Kamer doen er dan ook verstandig aan om het goedbedoelde, maar weinig doordachte voornemen tot invoering van het nultarief op groenten en fruit te heroverwegen. Het is immers beter om ten halve te keren dan om ten hele te dwalen.
Geschreven door: Matthijs van der Wulp
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer