Voordelig verpakt of toch 21% btw?
Het is een bekend scenario: een klant staat bij de kassa en is een herbruikbare tas vergeten. Geldt de btw-regeling van het hoofdproduct ook voor de plastic draagtas of is het een afzonderlijke verkoop? Met andere woorden, wordt op de plastic draagtas het 9%-tarief toegepast als je bijvoorbeeld groenten koopt in de supermarkt of moet er 21% btw worden berekend voor de verkoop van de plastic draagtas? Of geldt er, zoals een supermarkteigenaar betoogde, een gemiddeld btw-tarief van 10,5%?
Verkoop boodschappen en/of plastic draagtas?
In deze casus verkoopt een supermarkt plastic draagtassen met hun logo bij de kassa voor € 0,25 per stuk inclusief btw. Naast plastic draagtassen verkoopt de supermarkt ook big shoppers voor € 1,45 per stuk. Over de verkoopprijs van de big shoppers wordt 21% btw gerekend. De vraag is of de plastic draagtassen als bijkomende prestatie moeten opgaan in de hoofdprestatie van de supermarkt, zijnde de verkoop van de boodschappen, of als zelfstandige prestatie moet worden beschouwd. De supermarkteigenaar heeft de stelling ingenomen dat voor de plastic tasjes het gemiddelde btw-tarief dat geldt voor de boodschappen, volgens zijn berekening 10,5%, zou moeten gelden.
Combinatie van prestaties
Een combinatie van leveringen en/of diensten kan optreden wanneer deze met elkaar verbonden zijn of samenhangen. Dit kan gebeuren wanneer zij in één pakket tegen één prijs worden aangeboden, maar ook wanneer afzonderlijke prijzen worden berekend. De centrale vraag is of er sprake is van één levering of dienst, dan wel van meerdere afzonderlijke leveringen of diensten die apart moeten worden beoordeeld.
Het uitgangspunt is dat combinaties van leveringen en/of diensten worden behandeld als evenzoveel verschillende prestaties. Indien een prestatie bijkomend is, dan geldt dit niet. Een prestatie wordt als bijkomend beschouwd wanneer deze voor de klant geen doel op zich is, maar een middel om van de hoofdprestatie van de ondernemer optimaal gebruik te kunnen maken.
Verkoop boodschappen en plastic draagtas
Volgens de supermarkteigenaar is de verkoop van de plastic tasjes een bijkomende prestatie. In de praktijk worden boodschappentassen zelden apart gekocht, maar vrijwel altijd in combinatie met boodschappen. Deze tassen, die een verwaarloosbare waarde hebben, vertegenwoordigen doorgaans minder dan 1% van de totale aankoopprijs. Na gebruik worden de tassen meestal weggegooid. De jaarlijkse verkoop van de draagtassen door de supermarktketen varieert tussen de 11 en 14 miljoen stuks. Dit hoge aantal benadrukt dat de tassen uitsluitend worden gebruikt voor het vervoer van boodschappen en daarna als afval worden beschouwd. Ook het Afvalfonds erkent dat deze draagtassen als afval moeten worden gezien. Het constant hoge aantal verkochte tassen suggereert dat klanten telkens opnieuw tassen aanschaffen voor hun boodschappen. De draagtassen, met een inkoopprijs van minder dan € 0,10, zijn niet online te koop, nooit in de aanbieding en soms zonder prijskaartje bij supermarkten verkrijgbaar. Hoewel klanten een keuze hebben en afzonderlijk moeten betalen voor de draagtas, worden ze beschouwd als bijkomende prestatie die verbonden is aan de hoofdprestatie van de verkoop van boodschappen. Volgens de supermarkteigenaar volgt hieruit dat het beschermd vervoer van boodschappen, waartoe de draagtassen dienen, een prestaties die bijkomend aan de boodschappenverkoop is.
In deze casus is door Hof Amsterdam geoordeeld dat de verkoop van plastic draagtassen een zelfstandige prestatie is. Voor de modale consument die geen tas bij zich heeft en deze ter plaatse aanschaft om boodschappen te vervoeren, vormt de draagtas een doel op zich. Hierdoor valt de levering van de tas niet onder een bijkomende prestatie en is deze belast met 21% btw. Het feit dat klanten een keuze hebben en afzonderlijk moeten betalen voor de draagtas, ondersteunt deze beoordeling. Daarnaast overweegt het hof dat het van algemene bekendheid is dat hergebruik van plastic tasjes, mede door het op 1 januari 2016 ingestelde verbod om gratis plastic tasjes te verstrekken, de laatste jaren is toegenomen. Hiermee ontkracht het hof de stelling van de supermarkteigenaar dat de plastic tasjes na gebruik worden weggegooid en daarom geen zelfstandige gebruikswaarde hebben.
In deze zaak had de supermarkteigenaar het standpunt ingenomen dat er een btw-tarief van 10,5% zou moeten gelden, omdat dit het gemiddelde btw-percentage is van de boodschappen die met 21% ofwel 9% btw worden verkocht. Aan de beantwoording van de vraag of zo’n gemiddeld btw-tarief wel mogelijk is, komt het hof niet meer toe omdat al is beslist dat het 21%-tarief van toepassing is.
Conclusie
Als een ondernemer verschillende prestaties levert waarvan één of meerdere prestaties mogelijk bijkomstig zijn aan een hoofdprestatie, is het belangrijk om de btw-afdracht correct te bepalen. Het is essentieel dat supermarktexploitanten en winkeliers zich bewust zijn van de relevante regels en procedures. Fouten in de toepassing van de btw-regels kunnen leiden tot naheffing en boetes. Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact op met onze specialisten.
We use cookies to improve your experience. Read more