Verkoop bouwkavels na beëindiging agrarische activiteiten
Vanwege beëindiging van agrarische activiteiten komt belanghebbende met de gemeente overeen zijn bedrijfsgebouwen in de toekomst te slopen. Belanghebbende krijgt daarvoor van de gemeente onder andere het recht kavels grond te kopen. Belanghebbende verkoopt daarna die bouwkavels. Hierover is belanghebbende btw verschuldigd.
Hof ’s-Hertogenbosch 6 maart 2024 nr. 22/01348.
Belanghebbende drijft in bedrijfsgebouwen een eenmanszaak en houdt zich bezig met de teelt en verkoop van tomaten. Vervolgens heeft in het gebied een bestemmingswijziging plaatsgevonden waardoor iedere aanvraag tot uitbreiding of modernisering van de bedrijfsinrichting zal worden geweigerd. Tevens wordt de sloop van de bedrijfsgebouwen gestimuleerd. In dat kader is belanghebbende in 2012 met de gemeente een overeenkomst aangegaan op grond waarvan belanghebbende zich jegens de gemeente verplicht over te gaan tot sloop van zijn bedrijfsgebouwen. Ter compensatie voor de sloop heeft belanghebbende van de gemeente een vergoeding ontvangen. Die vergoeding bestaat uit zowel financiële compensatie als het recht op toewijzing van negen woningbouwkavels.
Belanghebbende heeft in 2011 de tomatenteelt beëindigd en vanaf 2012 de tuinbouwkassen verpacht aan derden, eindigend op 31 oktober 2024. Verder exploiteert belanghebbende vanaf 2012 in de bedrijfsruimten een boerderij-/streekproductenwinkel. Belanghebbende verkoopt in 2016 – 2018 de bouwkavels. Vervolgens is in geschil of belanghebbende kwalificeert als btw-ondernemer bij de verkoop van de bouwkavels.
Belanghebbende stelt (kortgezegd) dat verkoop van bouwkavels niet plaatsvond in het kader van zijn onderneming, maar als belegging en tot zijn privévermogen behoort en dat sprake is van incidentele handelingen.
Naar oordeel van het hof heeft belanghebbende na beëindiging van de tomatenteelt via de bedrijfsgebouwen zijn onderneming met drie activiteiten voortgezet, namelijk de verpachting van de tuinbouwkassen, de exploitatie van een boerderij-/streekproductenwinkel en handelingen met betrekking tot de woningbouwkavels.
Belanghebbende heeft deze laatstgenoemde handelingen immers verricht als gevolg van de overeenkomst, waarbij vooraf vaststond dat belanghebbende kavels zou verkrijgen als compensatie voor de sloop. Zonder de eigendom van deze bedrijfsgebouwen en sloop daarvan, waren de handelingen met betrekking tot de woningbouwkavel niet tot stand gekomen. Waar belanghebbende stelt dat sprake is van een incidentele handeling met betrekking tot de woningbouwkavel, is naar oordeel van het hof daarom juist sprake van drie samenhangende ondernemingsactiviteiten, aangezien belanghebbende met die activiteiten gebruik heeft gemaakt van de economische mogelijkheden die de eigendom van de bedrijfsgebouwen heeft geboden. Het accepteren van het woningbouwrecht als compensatie voor de sanering bracht daarnaast met zich mee dat belanghebbende actief stappen moest ondernemen om dat recht te exploiteren. Belanghebbende heeft daartoe een perceel grond verworven, deze grond gesplitst in kavels en vervolgens als woningbouwkavels geleverd. Onder deze omstandigheden is naar oordeel van het hof de levering van de woningbouwkavel te kwalificeren als een handeling in het kader van de onderneming van belanghebbende, waarbij geen ruimte bestond om de woningbouwkavels als privévermogen aan te merken.
Gevolgen voor de praktijk
Uit het arrest kan worden afgeleid dat bij het beoordelen van btw-ondernemerschap alle (economische) activiteiten van een belastingplichtige tezamen moeten worden bezien. De verschillende handelingen kunnen verband met elkaar hebben waardoor btw-ondernemerschap voor alle (economische) activiteiten kan gelden en hierover ook btw is verschuldigd.
We use cookies to improve your experience. Read more