Recent is er een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland gepubliceerd waarin is geoordeeld over een geschil tussen een leverancier van gipsschoenen en de Belastingdienst. De Belastingdienst stelde dat het 21%-tarief had moeten worden toegepast op de verkoop van gipsschoenen en legde naheffingsaanslagen en rentebeschikkingen op aan de leverancier, die het verlaagde btw-tarief toepaste.
De leverancier in deze casus paste het verlaagde tarief toe op de verkoop van haar verschillende typen gipsschoenen, die allen bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met loopgips. Het overgrote deel van haar producten wordt verkocht aan medische instellingen en een klein deel aan thuiszorgwinkels.
Geschil
Verbandmiddelen en orthopedische schoenen zijn opgenomen in tabel 1 van de Wet op de Omzetbelasting 1968. Op de goederen en diensten in deze tabel is het verlaagde btw-tarief van toepassing. De leverancier stelt primair dat de gipsschoenen van dezelfde soort zijn als verbandmiddelen, en dan in het bijzonder als spalken. Subsidiair stelt de leverancier dat de gipsschoenen gelijksoortig zijn aan orthopedische schoenen.
De leverancier stelt dat het toepassen van het reguliere btw-tarief een inbreuk op het neutraliteitsbeginsel is. Op grond van het neutraliteitsbeginsel moeten gelijksoortige goederen en diensten gelijk behandeld worden. Dit is niet het geval omdat de levering van de gipsschoenen volgens de Belastingdienst belast is tegen het reguliere tarief, en de spalken en orthopedische schoenen tegen het verlaagde tarief.
De Belastingdienst stelt dat de gipsschoenen niet gelijksoortig zijn aan orthopedische schoenen, omdat deze niet geschikt en bestemd zijn voor patiënten met orthopedische afwijkingen, maar slechts ter genezing van een tijdelijke breuk. Daarnaast zijn de gipsschoenen volgens de Belastingdienst niet gelijksoortig aan verbandmiddelen, omdat zij in aanvulling op gipsverband worden gebruikt en niet tot doel hebben een ziek of beschadigd lichaamsdeel te bedekken. Volgens de Belastingdienst vindt er daarom geen inbreuk op het neutraliteitsbeginsel plaats.
Uitspraak
De rechtbank oordeelt dat de gipsschoenen moeten worden aangemerkt als spalken of daarmee gelijk te stellen artikelen. Het onderscheidende kenmerk van een spalk is namelijk dat met behulp daarvan (delen van) ledematen onbeweeglijk kunnen worden gemaakt. Het aanzienlijke risico dat een persoon met loopgips uitglijdt zonder een gipsschoen versterkt de functie van de gipsschoen. Daarnaast is het volgens de rechtbank niet voor redelijke twijfel vatbaar dat de gipsschoenen zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden. De rechtbank vult nog aan dat de gipsschoenen niet gelijksoortig aan orthopedische schoenen zijn, omdat die op maat gemaakt zijn en als hulpmiddel dienen bij een langdurige of permanente handicap.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het verlaagde tarief van toepassing is en de naheffingsaanslagen en rentebeschikkingen moeten worden vernietigd.
Heeft u vragen over deze uitspraak of over de btw-tarieven? Neem gerust contact met ons op via info@btwinstituut.nl of 078 – 622 54 52. Wij helpen u graag verder.
We use cookies to improve your experience. Read more