21-09-2023

Belastingplan 2024: De btw- enoverdrachtsbelasting
maatregelen

Op Prinsjesdag zijn de fiscale plannen van het demissionaire kabinet gepubliceerd. In dit nieuwsbericht hebben wij de voorgestelde btw- en de daarmee verband houdende overdrachtsbelastingmaatregelen voor u op een rij gezet. Uiteraard geldt voor deze maatregelen het voorbehoud dat deze eerst door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd alvorens deze maatregelen in werking treden. Ook besteden wij aandacht aan een aantal btw-maatregelen die het kabinet doorschuift naar een volgend kabinet en die dus niet in het Belastingplan 2024 zijn meegenomen.

BTW

AFSCHAFFING VERLAAGD BTW-TARIEF INPUTGOEDEREN AGRARISCHE SECTOR

In Belastingplan 2024 wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2025 het verlaagde btw-tarief af te schaffen voor inputgoederen in de agrarische sector. Het betreft de volgende goederen:

  • granen en peulvruchten die geen voedingsmiddelen zijn;
  • pootgoed bestemd voor de teelt van groenten en fruit;
  • koeien, schapen, geiten en varkens en andere dieren die kennelijk zijn bestemd voor de voortbrenging of de productie van voedingsmiddelen of die kennelijk zijn bestemd voor gebruik in de landbouw, alsmede dieren die kennelijk zijn bestemd voor het fokken van die dieren, slachtafvallen van deze dieren en goederen die kennelijk zijn bestemd voor de voortplanting van deze dieren;
  • beetwortelen;
  • land- en tuinbouwzaden voor zover die dienen voor de teelt van producten en oliehoudende zaden die onder verlaagde btw-tarief vallen;
  • rondhout;
  • stro en veevoer; en
  • ruw en ongewassen wol.

In het verleden is voor het toepassen van het verlaagde btw-tarief op deze goederen gekozen, omdat voor agrarische ondernemers de zogenoemde landbouwregeling gold op grond waarvan de prestaties van de agrarische ondernemers vrijgesteld waren. Keerzijde hiervan was dat de btw op de ingekochte goederen niet aftrekbaar was. Het verlaagde btw-tarief op de agrarische inputgoederen voorkwam een forse btw-druk op de kosten van agrarische ondernemers. Sinds 1 januari 2018 is de landbouwregeling afgeschaft. Agrarische ondernemers kunnen, tenzij zij de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemersregeling (KOR) toepassen, de btw op de agrarische inputgoederen volledig in aftrek brengen. Voor agrarische ondernemers leidt de afschaffing van het verlaagde btw-tarief dus niet tot hogere kosten, maar zij zullen vanaf 1 januari 2025 wel meer (21% in plaats van 9%) btw moeten voorfinanieren. De agrarische ondernemer zal de btw immers meestal pas terugkrijgen nadat hij de btw op de inkoopfactuur aan de leverancier van agrarische inputgoederen heeft betaald.

(HER)OVERWEGING VERLAAGDE BTW-TARIEVEN EN NULTARIEF GROENTE EN FRUIT

Het kabinet heeft een extern onderzoeksbureau een evaluatie te laten uitvoeren in brede zin. De belangrijkste conclusie van het rapport dat in het voorjaar van dit jaar naar de Tweede Kamer is gestuurd, is dat verlaagde btw-tarieven in het algemeen geen doelmatig instrument om de beoogde doelen te bereiken (verlaging prijzen, stimulering werkgelegenheid, ondersteuning bepaalde branche etc). Het kabinet laat het aan een volgend kabinet om een besluit te nemen over het handhaven, versoberen of afschaffen van één of meerdere verlaagde btw-tarieven. Het kabinet heeft de Tweede Kamer in het voorjaar van dit jaar ook geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek dat SEO in opdracht van het kabinet heeft uitgevoerd naar de invoering van een nultarief op groenten. De uitkomst van dit onderzoek is dat de invoering van een nultarief op groente en fruit geen geschikte maatregel is om de consumptie van groente en fruit te stimuleren. Om die reden is het van belang om ook naar alternatieve maatregelen te kijken, zoals (gerichte) subsidies of het (breder) verstrekken van gratis groente en fruit op scholen aan mensen die het nodig hebben. Ook de besluitvorming hierover laat het demissionaire kabinet aan een volgend kabinet.

OVERDRACHTSBELASTING

BEPERKING SAMENLOOPVRIJSTELLING BIJ VASTGOEDAANDELENTRANSACTIES

In onze berichten van 28 februari en 27 juni 2023 hebben wij reeds aandacht gevraagd voor het voornemen van het kabinet om de samenloopvrijstelling bij de verkrijging van nieuw vastgoed door middel van een aandelentransactie te schrappen. Het kabinet acht het ongewenst dat de overdracht van een nieuw gebouw verschillend wordt behandeld naargelang gekozen wordt voor een overdracht van de stenen (21% btw; samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting) dan wel de aandelen in de vastgoedvennootschap (geen btw; samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting).

Om hieraan een einde te maken stelt het kabinet in Belastingplan 2024 voor om de samenloopvrijstelling vanaf 1 januari 2025 niet meer toe te passen op de overdracht van nieuw vastgoed door middel van een aandelentransactie. Deze afschaffing van de samenloopvrijstelling geldt echter alleen indien – kort gezegd – 1/3 of meer van de aandelen in de vastgoedvennootschap worden overgedragen. De maatregel ziet dus op de overdracht van een aanmerkelijk belang in de vastgoedvennootschap waarin het nieuwe vastgoed zit.

Om overkill weg te nemen, is in het Belastingplan 2024 de uitzondering opgenomen dat de samenloopvrijstelling wél geldt indien de koper het nieuwe vastgoed gedurende twee jaar na de verkrijging voor minimaal 90% gebruikt voor prestaties waarvoor recht op btw-aftrek bestaat. Die (voorwaardelijke) uitzondering is in de praktijk met name voor commercieel vastgoed van belang. Om te voorkomen dat op nieuw vastgoed dat niet voldoet aan deze 90%-eis (bijv. woningen of zorgvastgoed) zowel niet-aftrekbare btw drukt op de vastgoedvennootschap zelf (de niet-aftrekbare btw op de bouw van het nieuwe vastgoed) als (in principe) 10,4% overdrachtsbelasting op de vastgoedaandelentransactie, stelt het kabinet daarnaast voor om de fiscale druk in deze situatie te matigen door de invoering van een nieuw verlaagd overdrachtsbelastingtarief van 4%. Vanaf 1 januari 2025 zullen er dan drie overdrachtsbelastingtarieven gelden: 10,4%, 4% en 2%.

Voor vastgoedaandelentransacties waarbij de verkoper en de koper de beoogde verkrijging vóór 19 september 2023, 15.15 uur zijn overeengekomen, is een overgangsregeling voorgesteld. Dit overgangsrecht houdt in dat de inspecteur verzocht kan worden om toepassing van de samenloopvrijstelling op de betreffende vastgoedaandelentransactie, mits:

  • dit verzoek binnen drie maanden na 1 januari 2024 bij de inspecteur is ingediend; én
  • op het moment van het sluiten van de overeenkomst aannemelijk is dat die transactie niet hoofdzakelijk tot doel heeft om in aanmerking te komen voor de samenloopvrijstelling.

CONTACT

Wilt u meer weten over de impact van deze plannen voor uw onderneming? Neem dan contact met ons op het telefoonnummer 078 – 622 54 52 of het e-mailadres info@btwinstituut.nl. Wij maken u graag in begrijpelijke taal wegwijs in de btw- en overdrachtsbelastingplannen die voor u relevant zijn!

Share this article:

Overview

This website uses cookies

We use cookies to improve your experience. Read more

Close